Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering

 

Artikel 20
1
De verzekerde, bedoeld in artikel 19, heeft geen recht op toekenning van arbeidsongeschiktheidsuitkering indien de dag waarop het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering zou ingaan, is gelegen in een periode dat hij niet in Nederland woont.
2
Het eerste lid is niet van toepassing indien de verzekerde op die dag woont in een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op toekenning van arbeidsongeschiktheidsuitkering kan bestaan.
3
De persoon, die op grond van het eerste lid geen recht op toekenning van arbeidsongeschiktheidsuitkering heeft alsmede de persoon die voor 1 januari 2004 arbeidsongeschikt is, maar op grond van artikel 19a van de Ziektewet geen recht heeft op ziekengeld, wordt vanaf de dag:
a
dat hij in Nederland woont; of
b
dat hij in een land woont waarmee een verdrag in werking is getreden dan wel een besluit van een volkenrechtelijke organisatie van kracht is geworden, op grond waarvan recht op toekenning van arbeidsongeschiktheidsuitkering kan bestaan;
weer als verzekerde aangemerkt en heeft met inachtneming van de bepalingen van deze wet recht op toekenning van arbeidsongeschiktheidsuitkering, indien hij op die dag arbeidsongeschikt is. Artikel 19, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing. De artikelen 18, tweede tot en met vierde lid, en 30, eerste lid, onderdeel a, zijn niet van toepassing.
4
De persoon, bedoeld in het derde lid, die op de in dat lid bedoelde dag niet arbeidsongeschikt is, doch ten aanzien van wie dit wel het geval is binnen vier weken na die dag, wordt vanaf die dag weer als verzekerde aangemerkt en heeft met inachtneming van de bepalingen van deze wet recht op toekenning van arbeidsongeschiktheidsuitkering. Artikel 19, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing. Artikel 30, eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing.
5
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen ten aanzien van het eerste lid afwijkende regels worden gesteld ten gunste van:
a
de verzekerde, die werkzaamheden verricht in het algemeen belang en niet in Nederland woont;
b
de verzekerde, die in de Nederlandse Antillen of Aruba woont; of
c
de gezinsleden van de in de onderdelen a of b bedoelde verzekerde.
6
Onze Minister deelt mede in welke landen op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op toekenning van arbeidsongeschiktheidsuitkering kan bestaan. In deze mededeling wordt tevens opgenomen:
a
de vindplaats van het desbetreffende verdrag of besluit, en
b
de eventueel in dat verdrag of besluit aanwezige beperkingen.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •